Israël: de laatste antisemitische staat

By Engelbert Luitsz          ©        (www.alexandrina.nl/?p=3637)

Iraqi_jews_displaced_1951 (1)

Iraakse joden komen aan in Israël, 1951 (WikiPedia).

Israël is volgens mij de laatste antisemitische staat, want het zionisme is een antisemitische ideologie. In academische kringen is dit alvast geen ‘controversieel’ issue meer. Het is louter een vaststelling dat het zionisme heel wat gemeen heeft met andere Europese antisemitische ideologieën, waaronder het nazisme. Zowel binnen het nazisme als het zionisme gelooft men dat de joden niet thuis horen in Europa.

Als het nazisme geloofde dat er voor de joden geen plek in Europa was, dan gelooft het zionisme dat de joden nergens ter wereld thuishoren, behalve in Palestina. De eerste zionistische ideoloog wond er in ieder geval geen doekjes om. In zijn gepubliceerde dagboek schreef Theodore Herzl dat “de antisemieten onze meest betrouwbare vrienden zullen zijn, en de antisemitische landen onze bondgenoten.”[1]

Voorts geloofde hij terecht dat de regeringen van antisemitische landen de zionisten zouden helpen om hun eigen land te creëren, om zo af te zijn van de joden. Na Herzls dood boekte de zionistische beweging haar eerste grote diplomatieke overwinning. In 1917 vaardigde de premier van Groot-Brittannië de befaamde ‘Balfour-verklaring’ uit. Daarin beloofde de minister van Buitenlandse Zaken Balfour dat de Britse regering alles in het werk zou stellen om een Joods nationaal tehuis in Palestina te creëren. Minder bekend is dat diezelfde Balfour in 1905 fel campagne voerde tegen de komst van joden die de pogroms in Rusland ontvluchtten. Een van de drijfveren van Balfour om het zionisme te steunen was het besef dat er zo minder joden in Groot-Brittannië zouden zijn.[2] Maar de zionisten vonden het niet erg om met zo iemand geassocieerd te worden.

Zionistische steun aan het nazisme
Toen de nazi’s aan de macht kwamen waren de zionistische joden in Duitsland de enige groep joden die bereid was om samen te werken met het nazisme, omdat ze daarin een grote opportuniteit zagen voor het koloniaal project Israël. Alle andere Joods-Duitse organisaties weigerden principieel om samen te werken met de nazi’s.[3]

In 1933 ondertekenden de ‘Zionistische Vereinigung für Deutschland’ een akkoord met de nazi’s, het ‘Ha’avara-Abkommen-akkoord’[4]: dat over geldelijke compensaties ging. Maar de samenwerking ging veel verder. In 1935 waren de Joods-Duitse zionisten de enige van alle Joods-Duitse groeperingen die de ronduit verwerpelijke Neurenberg Rassenwetten steunden.[5] De zionisten werden bedankt voor deze steun, want na Kristallnacht in 1938 lieten de nazi’s een joodse krant drukken, de Rundschau, het mondstuk van de zionistische beweging in Duitsland.[6]

Tussendoor bezochten prominente nazi’s hun antisemitische zionistische evenknieën in Palestina. Zo werd Adolf Eichmann in Palestina rondgeleid door enkele prominente zionisten.[7]Eichmann (de planner van de Holocaust) en de zionisten probeerden een deal te sluiten, maar de Britten staken daar een stokje voor.

Ondanks de verschrikkelijke omstandigheden waarin de Duitse joden moesten leven werd ongeveer twee derde van de migratieaanvragen van Duitse joden geweigerd door de zionistische beweging in Palestina. Zij verkozen om joden uit Groot-Brittannië en de VS toe te laten voor immigratie, hoewel die geen direct gevaar liepen.

Dat David Ben Gurion, de oprichter en eerste president van Israël weinig medeleven had met de slachtoffers van de Holocaust is geen geheim. Hij verklaarde: “Als ik wist dat het mogelijk was om alle Duitse kinderen (waarmee hij de Duitse joden bedoelde) in veiligheid te brengen door hen te transporteren naar Engeland, of enkel de helft ervan te redden door hen te over te brengen naar het Land Israël, dan zou ik voor de tweede optie kiezen.”[8]

Met het verdwijnen van het openlijk antisemitisme in Europa -althans op beleidsniveau- kwam het zionisme in een crisis terecht. De zionistische beweging had het antisemitisme nodig om joden te doen migreren naar Palestina. In de Arabisch-Islamitische wereld woonden grote groepen joden die in tegenstelling tot de Europese joden niet in contact kwamen met het Europese antisemitisme.[9] Er was geen sprake van jodenvervolging of een structureel antisemitisch beleid in de Arabisch-Islamitische landen. Arabische joden hadden dus geen boodschap aan het zionisme.

Een bolwerk van beschaving tegen Barbarij
Om het zionistisch project te doen slagen beseften de zionistische leiders dat ze veel meer joden dienden aan te trekken. De meeste Europese joden kozen ervoor om na 1945 te migreren naar onder meer Canada, de VS en enkele Latijns-Amerikaanse landen. Tot groot ongenoegen van de zionisten lieten ze Israël links liggen. De Arabische joden waren tot dan toe geen prioriteit voor de zionisten die vrijwel allemaal van blank en Europese komaf waren. Zoals de tijdsgeest voorschreef hielden ook zij er nogal racistische ideeën over na met betrekking tot alles wat niet blank en Europees was. De eerste ideoloog van het zionisme zei namelijk: “We zullen er voor Europa een bruggenhoofd naar Azië vormen, een bolwerk van de Beschaving tegen de Barbarij.” En ook de Arabische joden waren deel van die ‘Barbarij’.[10]

Om die Arabische joden warm te krijgen voor migratie moest het antisemitisme in de overwegend islamitische landen gepromoot worden. Om dit te bereiken initieerde de Mossad een campagne van terreur in onder meer Egypte en Irak. In Irak werden er bijvoorbeeld bommen tot ontploffing gebracht in synagogen om het onveiligheidsgevoel bij de Iraakse joden te vergroten.[11] En in Egypte werden in openbare plekken bommen tot ontploffing gebracht. In beide landen werden de zionistische spionnen opgepakt. Dat debacle leidde onder meer in 1954 tot het gedwongen ontslag van de toenmalige Israëlische minister van Defensie, Pinhas Lavon.[12]

Marokkaanse joden
In Marokko, waar er een grote groep joden woonde, hanteerde de Mossad een andere techniek. David Littman deed zich voor als een Britse (christelijke) geestelijke en vestigde zich in Casablanca. In een operatie die ‘Operatie Mural’ werd genoemd werden honderden Joods-Marokkaanse kinderen naar Israël verscheept. Ze gingen zogezegd op zomerkamp naar Zwitserland. Maar ‘Operatie Mural’ gebeurde niet zonder medeweten van de Marokkaanse monarchie.[13]
Hassan II, kroonprins en later koning van Marokko toen de massale exodus van joden plaatsvond, profiteerde persoonlijk van de verscheping van de joden. Hij strijkte telkens betalingen op van een half miljoen dollar per 50.000 joden die het land verlieten en zich in Israël vestigden.[14]

Hassan II was ook de eerste Arabische leider die werd geëerd door Israël in de vorm van een postzegel die na zijn dood in 1999 verscheen. [15] Heel wat principiële antizionistische Marokkaanse joden moesten het echter ontgelden. Zij werden vaak gevangengenomen en gefolterd als ze kritiek uitten op de pro-zionistische politiek van Hassan II. Anderen ontvluchtten het land en leefden als ballingen in Europa.[16]

De zionistische propagandeclaim dat er ook joden zijn die het ‘Arabische antisemitische geweld’ zijn ontvlucht, komt nu wel in een heel ander daglicht te staan, nu het duidelijk is dat Israël er alles aan heeft gedaan om die exodus op gang te doen brengen.

De weinige vrienden van Israël in de Arabische wereld toonden trouwens helemaal geen afkeuring tegenover Hitler. Anwar Sadat, voormalige president van Egypte en verafschuwd door de meeste Arabieren, was een antisemitische Hitlerfanaat. Hij werd door de Israëli echter met open armen ontvangen toen hij een vredesakkoord met hen ondertekende.[17]

Toen Israël Libanon binnenviel en bezette in 1976 had het daar maar één trouwe bondgenoot, de falangisten. De oprichter ervan, Pierre Gemayel, stak zijn sympathie voor Hitler en het nazisme nooit onder stoelen of banken. Hij modelleerde de falangisten naar de fascistische jeugdbewegingen in Europa, waar hij gefascineerd raakte door nazi-Duitsland toen hij deelnam aan de Olympische Spelen van Berlijn in 1936.[18] De falangisten bleven doorheen de 15 jaar lang durende burgeroorlog trouwe bondgenoten van de zionistische staat, en zij waren onder meer de uitvoerders van de massaslachting van Sabra en Chatilla in 1982. [19] Ook in de Arabische wereld gold dus dat antisemieten en Israël het goed met elkaar konden vinden.

Extreemrechts
Israël heeft het antisemitisme dus nodig om zo zijn eigen voortbestaan te garanderen. Hoe meer antisemitisme er op aarde is, hoe meer joden er migreren naar Israël om zo het voortbestaan van Israël als militaire kolonie op Arabisch grondgebied te garanderen.

In 2000 ontving toenmalig premier Ehud Barak de miljoenste Russische jood. Dat was een enorme versterking voor de staat Israël. De staat verblankte – de nieuwe joden die kwamen waren allemaal blank-, waardoor het ‘beschaafde Europese’ Israël veel beter te onderscheiden zou zijn van de omringende Arabische ‘Barbarij’. Dat veel van die Russische joden (in sommige gevallen ex-joden) er extreemrechtse, en soms ronduit nazistische sympathieën op nahielden[20]deerde niet.

Ook in Europa heeft Israël een zeer goede band met extreemrechts en de ideologische kinderen van de collaboratie met het nazisme. Als Europese politici, opiniemakers en burgers werkelijk bekommerd zijn om het lot van de joden, als historisch schuldbesef voor de Europese genocide werkelijk de belangrijkste drijfveer is voor het steunen van Israël, dan zouden de Europese politici schuld moeten bekennen. Ze zouden het laatste systematische antisemitische land op aarde moeten boycotten, en dat is de zionistische staat Israël.

Yassine Channouf

[Omdat dit artikel van Yassine Channouf door Knack onlangs onder druk van de site werd gehaald (toen zonder voetnoten), plaats ik het ook. Meer kleinere sites hebben dat gedaan en op die manier creëren we hopelijk samen hetzelfde bereik.
Yassine Channouf studeerde Arabistiek en Islamkunde aan de KUL en behaalde een master in Modern Middle Eastern studie aan de Universiteit van Leiden.
]

[1] Citaat komt uit ‘The Complete Diaries of Theodor Herzl. Vol. 1′, op p.83-84. Voort wordt dit citaat aangehaald in verschillende publicaties, onder meer in een publicatie dat uitgegeven wordt door de uitgeverij Herzl Press, geschreven door Gideon Shimoni en Robert S. Wistrich met de titel ‘Theodor Herzl: visionary of the Jewish State’ op pagina 184: ” He (Herzl dus) believed that a potential community of interests did exist between theantisemites and the Zionists. “The anti-Semites will become our most dependable friends, the antiSemitic countries our allies.”

[2] Michael J. Cohen in ‘Churchill and the Jews, 1900-1948′ p.19 “In 1905, Balfour admitted frankly that the proposed legislation was calculated to curb the entry of Eastern European Jews into England. As Prime Minister of the administration which sponsored both bills, it is hardly surprising that Balfour incurred the wrath of the Jewish community, and thinly veiled accusations of anti-semitism”. Het gaat hier over ‘The Aliens Act’.

[3] In Duitsland was het zionisme bij de joden niet erg populair. “German Zionists comprised a small minority among the approximately 600.000 Jews who lived in Germany, and before 1933 membership in the Zionistische Vereinigung für Deutschalnd (ZVfD) never exceeded 20.000″. Lilo Stone in ‘German Zionists in Palestine before 1933′, p.1, gepubliceerd in the Journal of Contemporary History.
Ingrid Weckert, ‘Jewish Emigration from the Third Reich’  p.9 “On March 24, 1933, two months after the National Socialists took power, “World Jewry,” as it referred to itself declared war on Germany.1 As World Jewry did not have its own state, it used the power at its disposal, namely its influence on the world economy, to impose a world-wide boycott of Germany.”

[4] Gepubliceerd op 1 oktober 1989  in Die Zeit, Jaargang 1989 “Auf Verwunderung stößt heute vielfach die Tatsache, daß manche zionistischen Funktionäre unmittelbar nach 1933 sich zustimmend zu den völkischen Grundsätzen des Hitler Regimes geäußert haben. Die Zionistische Vereinigung für Deutschland (ZVfD) zum Beispiel schickte am 22. Juni 1933 Hitler ein Memorandum, in dem es hieß: “Der Zionismus glaubt, daß die Wiedergeburt des nationalen Lebens eines Volkes, wie sie sich nun in Deutschland auf christlicher und nationaler Gründlage vollzieht, auch für das jüdische Volk kommen wird. Auch für das jüdische Volk müssen Abstammung, Religion, gemeinsames Schicksal und ein Sinn für Einzigartigkeit von entscheidender Bedeutung für seine Existenz sein ” Noch deutlicher war die Stellungnahme Georg Kareskis, eines der führenden Vertreter der Staatszionisten, des revisionistischen Flügels innerhalb des deutschen Zionismus.” http://www.zeit.de/1989/42/nazis-mit-zionisten

[5] Ibid: “Gegenüber einem Reporter der Goebbelschen Zeitung Der Angriff äußerte er quasi seine Zustimmung zu den Nürnberger Rassengesetzen vom September 1935: “Seit vielen Jahren halte ich eine klare Trennung des kulturellen Lebens zweier Völker, die in einer Gesellschaft leben, für ein friedliches Nebeneinander unabdingbar. Ich habe eine solche Trennung, die auf der Grundlage der Achtung der fremden Kultur beruht, lange unterstützt. Die Nürnberger Gesetze vom 15. September 1935 scheinen mir, unabhängig von ihren Verfassungsbestimmungen, ganz und gar auf dem Weg für eine gegenseitige Achtung der Selbständigkeit und Getrenntheit jedes Volkes zu liegen “

Een tweede bron is een interview dat uitgeschreven staat in het eerste deel van Udo Wallendy’s “Aspekte jüdischen Lebens im Dritten Reich.” Op p.17 van dat geïllustreerd boek staan de transcripts van een interview in Goebbels tijdschrift, Der Angriff, met Georg Kareski, Präsidenten der Staatszionistischen Organisation und Mitgied des Vorstandes der Jüdischen Volkspartei. In dat interview op 23 december 1935, niet lang nadat de Neurenberg Rassenwetten werden ingevoerd gaf hij zijn aan dat hij positief stond ten opzichte van die Rassenwetten en legt hij ook uit waarom.

[6] Gerard Groeneveld schreef voor NRC Boeken een recensie over het boek van Katrin Diehl: ‘Die jüdische Presse im Dritten Reich. Zwischen Selbstbehauptung und Fremdbestimmung.’ De recensie is getiteld ‘Joodse pers onder nazi censuur’. Daarin schrijft Groeneveld: “Duitse aangelegenheden waren voor de joodse pers taboe. Maar over zionisme kon zonder reserves worden geschreven. Tijdens Weimar was het zionisme al een splijtzwam geweest in joodse kring. Zionisten stonden tegenover geassimileerde joden die zich meer Duitser voelden. Voor de Jüdische Rundschau, het orgaan van de zionistische beweging, bleef emigratie het hoofdthema. De krant ageerde fel tegen geassimileerde joden, die het antisemitisme van de nieuwe machthebbers zouden hebben uitgelokt. De Nazi’s ondersteunden het zionisme niet direct, maar wel de plannen om de joden in een ander land onder te brengen. Voor hen was een zionist vooral een nuttige jood.
De C.V.-Zeitung was het blad van het Centralverein deutscher Staatsbürger jüdischen Glaubens (CV), een vereniging die eind vorige eeuw in het leven was geroepen om een barrière op te werpen tegen het antisemitisme. Jood-zijn was voor dit blad voornamelijk een religieuze aangelegenheid. De nazi’s verboden noch de CV, noch de krant. Sterker, tot en met 1938 kreeg de C.V.-Zeitung door onachtzaamheid van ambtenaren een subsidie van het propagandaministerie. Een oplettende lezer van de joodse pers was bovendien Adolf Eichmann. Toen Arno Herzberg in 1937 een artikelenreeks over joodse organisaties onderbrak, kwam Eichmann bij de redactie informeren wanneer de serie werd voortgezet.”
http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/recensie/joodse-pers-onder-nazi-censuur

[7] ‘In Eichmann in Jerusalem: a report on the banality of evil’ bespreekt Hannah Arendt welke rol Eichmann speelde in het hele jodenvraagstuk in Duitsland. Hij stond aan het hoofd van het emigratieprogramma van joden in nazi-Duitsland. Arendt onderzoekt hierin de band tussen zionisten en nazi’s, voor de Shoah plaatsvond. Deel van de oplossing van het ‘jodenprobleem’ bestond eruit gedwongen emigratie te promoten, dus onder meer naar Brits Palestina. Een mooie samenvattende paragraaf van die episode vind je in een recensie getiteld ‘Death in Jeruzalem’ geschreven door Stephen Spender en gepubliceerd op 1 juni 1963 in The New York Review of  Books.
“The most deeply distressing pages in this book—pages which will doubtless give rise to the most bitter recriminations—are those in which Miss Arendt discusses the cooperation of the Jewish Councils and of certain Zionist leaders or representatives with the Nazis. Within the context of war and of Nazi corruption, the interests of the officials representing Nazis and Jews could appear to merge and become at some points the same. The one part of Eichmann’s story which he never abandoned in the trial was that in Vienna in 1938 when he had been in charge of “forced emigration” (i.e. expelling the Jews from Austria), “he and his men and the Jews were all ‘pulling together’…. The Jews ‘desired’ to emigrate and he, Eichmann, was there to help them, because it so happened that at the same time the Nazi authorities had expressed the desire to see their Reich judenrein.” En verder: ” Thus until Hitler decided on the “Final Solution” Eichmann called himself a Zionist, a way of drawing attention to the fact that he had read Theodor Herzl’s Der Judenstaat and learned a little Hebrew. He boasted of these things not only to his S.S. colleagues but even to his Jewish victims. He nurtured the fantasy of obtaining, through emigration or some “political,” as distinct from a “final,” solution, what he called “firm ground” to put under the feet of the Jews. He entered with his “Zionist” enthusiasm into Heydrich’s scheme for forming a “center of emigration” within the area of the Polish swamps under the aegis of Frank’s “General Government.” Miss Arendt cites an S.S. officer’s description of this “Jewish home”.
http://www.nybooks.com/articles/archives/1963/jun/01/death-in-jerusalem/

[8]Citaat komt van de auteur Martin  Gilbert in een tekst voor The New York Times op 21 juni 1987: ‘Israel was everything’ op pagina 2 “‘If I knew that it was possible to save all the children of Germany by transporting them to England, and only half by transferring them to the Land of Israel, I would choose the latter, for before us lies not only the numbers of these children but the historical reckoning of the people of Israel.” Zoals de titel van het stuk al aangeeft was de belangrijkste bekommernis van David Ben Gurion de oprichting van een levensvatbare staat. Hiervoor was massale immigratie van de joden overal ter wereld nodig.
http://www.nytimes.com/1987/06/21/books/israel-was-everthing.html?src=pm&pagewanted=2

[9] [9] In ‘Semites and Anti-Semites’ zegt Bernard Lewis, de bekende neo-conservatieve academicus, dat het antisemitisme zoals we dat kennen in Europa vrijwel onbekend was in de Arabische wereld. Hiervoor haalt hij theologische redenen aan. In het Christendom nemen joden een andere positie in. Met de opkomst van het zionisme veranderde dat en kende het antisemitisme een exponentiële groei in de Arabische wereld.

[10] Geciteerd in ‘Coming Apart, Coming Together’ door Edward R. Kantowic op pagina 170: “Theodor Herzl had described his proposed Jewish state as “part of a wall of defense for Europe in Asia, an outpost of civilization against barbarism.””

[11] Zie ‘The Jews of Iraq’, een getuigenis van een Iraakse jood, Naeim Giladi, die covert operaties uitvoerde voor Israël: “About 125,000 Jews left Iraq for Israel in the late 1940s and into 1952, most because they had been lied to and put into a panic by what I came to learn were Zionist bombs. But my mother and father were among the 6,000 who did not go to Israel. Although physically I never did return to Iraq—that bridge had been burned in any event—my heart has made the journey there many, many times. My father had it right.” … “Zionist propagandists still maintain that the bombs in Iraq were set off by anti-Jewish Iraqis who wanted Jews out of their country. The terrible truth is that the grenades that killed and maimed Iraqi Jews and damaged their property were thrown by Zionist Jews. Among the most important documents in my book, I believe, are copies of two leaflets published by the Zionist underground calling on Jews to leave Iraq. One is dated March 16, 1950, the other April 8, 1950.” Naiem Giladi schreef een boek over zijn ervaringen. http://www.ameu.org/getattachment/db462a06-9248-40ca-8b18-d02149b21535/The-Jews-of-Iraq.aspx
Tom Segev, een van Israëls bekendste historici schrijft: ” On January 14, 1951, at about seven in the evening, a bomb – or perhaps it was a hand grenade – was tossed into the open courtyard of the Masuda Shemtov synagogue in Baghdad. The courtyard served as a gathering place for Jews, prior to their departure for the airport, on their way to Israel. At the time of the terror attack, the place was filled with several hundred people. Four of them, including a 12-year-old boy, were killed; about 10 were wounded. The Iraqi authorities blamed two activists from the Zionist underground, and had them executed.

The British embassy in Baghdad relayed to London its own assessment of the motives behind the attack: Activists of the Zionist movement wanted to highlight the danger for the Jews of Iraq, in order to spur the State of Israel to accelerate the pace of their immigration. At the time, there was serious debate in Israel on this issue and some wished to slow down the rate of emigration from Iraq. The British embassy’s appraisal is quoted in a book by Esther Meir of Ben-Gurion University of the Negev. The embassy also offered a second possible explanation: The bombs were meant to influence well-off Jews in Iraq who wished to stay there, to get them to change their minds and come to Israel, too.” De Israëlische overheid houdt nog steeds informatie geheim omtrent dit dossier.
http://www.haaretz.com/now-it-can-be-told-1.184724

[12] In ‘Nasser, the last Arab’ schrijft Said K. Aburish uitgebreid over de Lavon Affaire, en over hoe de Israëlische minister van defensie Lavon de opdracht gaf om bommen te doen ontploffen in Egypte om Nasser daar te ondermijnen en om de ‘duif’ Sharett, toen premier van Israël, in een lastig parket te brengen. De naam van de operatie was ‘Operation Susannah.’ Nadat de Mossad-agenten opgepakt konden worden en geëxecuteerd werden, werd zijn positie onhoudbaar en moest hij ontslag nemen. David Ben Gurion, die zich teruggetrokken had uit de politiek, nam zijn plek in en nog geen twee weken na de executie van de Mossad-bommenleggers viel hij een militaire post in Gaza aan en doodde hij 65 Egyptische soldaten en verwondde hij er tientallen anderen p.67-72.

[13] Het verloop van deze operatie staat beschreven in Jacob Cohen’s ‘Le Printemps des Sayanim’:

[14] Voor gedetailleerde informative over de band tussen de Mossad en Hassan II, kroonprins en later koning van Marokko zie  Agnès Bensimon: ‘Hassan II et les juifs, histoire d’une émigration secrète’.

[15] In de wikipedia entry getiteld ‘List of People on stamps of Israel’ staat Hassan II vermeld bij ‘others’. Hij was de eerste leider uit de Arabische wereld die op zo’n manier geëerd werd. http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_people_on_stamps_of_Israel

[16] Veruit de bekendste van deze politieke vluchtelingen is Abraham Serfaty, een linkse antizionistische Marokkaan. Hij werd meer dan 15 jaar gevangen genomen en leefde zo’n 7 jaar in ballingschap.

[17] Zie artikel in de Israëlische krant Haaretz van 2 mei 2002 getiteld ‘Anti-semitism can be self serving Israel’ ” President Anwar Sadat’s anti-Semitic past did not prevent him from coming to Jerusalem.”
http://www.haaretz.com/print-edition/opinion/anti-semitism-can-be-self-serving-1.46329zie ook korte bio op http://www.ibiblio.org/sullivan/bios/Sadat-bio.html

[18] Zie Robert Fisk in ‘Pity the Nation’ p.65 “The entire issue of 16 December 1936 had simply been removed from the file. So had several issues from the previous August when Lebanon’s football team under the captaincy of Pierre Gemayel, a Maronite Christian, had travelled to National Socialist Germany to to attend the Olympic Games in Berlin … So he waited for perhaps eight seconds before replying. “I was the captain of the Lebanese football team and the president of the Lebanese Football federation. We went to the Olympic Games of 1936 in Berlin. And I saw then this discipline and order. And I said to myself: “Why can’t we do the same thing in Lebanon?” So when we came back to Lebanon, we created this youth movement. When I was in Berlin then, Nazism did not have the reputation which it has now. Nazism? In every system in the world, you can find something good. But Nazism was not Nazism at all. The word came afterwards. In their system, I saw discipline. And we in the Middle East, we need discipline more than anything else.””

[19] The Sabra and Shatila massacre took place in the Sabra and Shatila Palestinian refugee camps in BeirutLebanon between September 16 and September 18, 1982, during the Lebanese civil warPalestinian and Lebanes ecivilians were massacred in the camps by Christian Lebanese Phalangists while the camp was surrounded by Israeli forces. In that period of time, Israel was at war with Lebanon. The Israeli Forces occupied Beirut and dominated the refugee camps of Palestinians and controlled the entrance to the city. After the assassination of Bachir Gemayel, leader and president-elect of the Lebanese Phalangist, a Maronite group, also called Lebanese Forces militia group, entered the camp and murdered inhabitants during the night. The exact number of victims is disputed, from 700–800 to 3,500 (depending on the source).

Israeli forces enabled the entrance of the angry Kataeb Party group to the refugee camps, by providing them transportation from outside Beirut and firing illuminating flares over the camps. The Phalangists stood under the direct command of Elie Hobeika, who later became a long-serving Member of Parliament and, in the 1990s, a cabinet minister.
https://www.princeton.edu/~achaney/tmve/wiki100k/docs/Sabra_and_Shatila_massacre.html

[20] ‘Israel’s nightmare: Homegrown neo-Nazis in the Holy Land’ gepubliceerd op 9 oktober 2007
http://www.independent.co.uk/news/world/middle-east/israels-nightmare-homegrown-neonazis-in-the-holy-land-396392.html

Leave a comment