

Heeft de Heilige Geest zijn Palestijns licht laten schijnen over Europa, of was het de Ster van Bethlehem? Zowel het Britse House of Commons als het Spaanse, Franse, Portugese en Ierse parlement hebben Palestina als staat erkend. Zelfs onze minister van buitenlandse zaken Didier Reynders (MR), die nog niet zo lang geleden in Israël een boompje ging planten op een verwoest Palestijns dorp, zegt erover te denken de Staat Palestina te willen erkennen.
Bizar. Vooral als je erover nadenkt: Zij erkennen immers iets dat niet bestaat, namelijk de Staat Palestina. Want wat is een staat? Alhoewel Wikipedia de bijbel niet is, laat staan een wetboek laten we eens kijken wat daar wordt gezegd: Een staat is een in hoge mate soevereine organisatie die gezag uitoefent op de bevolking die binnen een bepaald afgebakend grondgebied woont. Zij vertegenwoordigt deze bevolking naar buiten toe en beschikt over de benodigde machtsmiddelen, bijvoorbeeld een geweldsmonopolie.
Of in de Franse versie, ‘En droit international, un État souverain est vu comme délimité par des frontières territoriales établies, à l’intérieur desquelles ses lois s’appliquent à unepopulation permanente, et comme constitué d’institutions par lesquelles il exerce uneautorité et un pouvoir effectif.’ (Volgens het internationaal recht wordt een soevereine staat omschreven door vastgelegde territoriale grenzen, binnen dewelke wetten van toepassing zijn op een permanente bevolking en beschikt ze over instellingen die een effectieve autoriteit en macht uitoefenen.)
Kortom er moet een grondgebied zijn dat met grenzen is afgebakend en de staat moet over een gezag beschikken dat effectief de macht uitoefent en daartoe over de nodige machtsmiddelen beschikt.
Terug naar de Palestijnse Staat die we zo nodig moeten erkennen.
1. Een duidelijk afgebakend grondgebied.
Dit kan je moeilijk zeggen van de meer dan 35 territoriale eilandjes – vaak niet groter dan Baarle-Hertog – die sinds de akkoorden van Oslo (1993) zone A en B van de bezette Westelijke Jordaanoever worden genoemd en waarover Mahmoud Abbas president is. Dit kan je geen territorium van een staat noemen. Naar de rest van de definitie hoeven we dan ook niet te kijken.
Alternatieve mogelijkheid, die ‘Staat’ beslaat de hele Westelijke Jordaanoever én Gaza, door Israël bezet sinds 48 jaar. Dat gebied is echter lang niet meer in de ‘staat’ die het toen was, want ondertussen werd zijn ‘bevolking’ vermeerderd met joodse kolonisten, meer dan een half miljoen[1], verspreid over 130 grote woon kolonies en 120 kleinere ‘uitkijkkolonies’ (‘mizpe’), met elkaar verbonden door een betonnen netwerk van 800 kilometer ‘joodse’ wegen, bruggen, tunnels en viaducten.
Gaat die komende Palestijnse staat soevereiniteit uitoefenen over deze kolonistenbevolking ? No way, zeggen die daarover in het Hebreeuws. Alles afbreken en de kolonisten doen verhuizen? Zeven keer rond al die kolonies lopen en dan hard schreeuwen, zoals volgens de Bijbel de muren van Jericho werden tot puin herleid? Goet mesjogge, zeggen ze in het Jiddisch. Voor deze optie moet je meer dan goedgelovig zijn.
2. Een effectief, controlerend gezag
Verder moet er dus volgens onze definities een autoriteit aanwezig zijn die effectief gezag uitoefent. De Palestijnse Autoriteit (PA), zal u zeggen. Hoeveel autoriteit of macht heeft die? Als je door Ramallah loopt en al die grote administratieve gebouwen in lokale natuursteen ziet, zou je denken: een mooi uitgebouwde staat.
Als je de gevels wat beter bekijkt blijkt wat anders. Op bijna alle ministeries, lokale overheidsgebouwen, scholen, ziekenhuizen, wooncomplexen,gemeenschapscentra, zelfs op organisaties die voor rechtsbijstand zorgen, prijkt de tekst ‘Funded by…’ of ‘Geschonken door…’. Je kan er niet naast kijken, net zoals je niet naast de Israëlische militaire aanwezigheid kan kijken.
Wat we als normale dienstverlening van een overheid verwachten gebeurt hier door hulporganisaties, internationale of lokale ngo’s, terwijl volgens het internationaal recht en de Conventies van Genève al die infrastructuur door de bezetter moet worden onderhouden. Niet Israël betaalt de factuur van zijn bezetting, maar deze donors, vooral de EU.
Op de Westelijke Jordaanoever ontvangt een op vier loontrekkende Palestijnen zijn wedde van de PA. In de stad waar de PA zetelt, Ramallah, is een grote economische luchtbel ontstaan met een middenklasse die een derde intifada niet direct ziet zitten. Teveel te verliezen.
Max Blumenthal beschrijft het zo: “De neoliberale donor-economie fungeert daarbij als een laboratorium, waar geëxperimenteerd wordt met het onderkoelen van het Palestijns verzet.” En dat lukt aardig met Abbas & C°. De PA is ondertussen gedegenereerd tot een Arabisch regime als een ander: corrupt, autoritair, zonder respect voor zijn burgers.
3. Het reële, niet-bestaande Palestina
Het in 1967 bezet gebied wordt de facto beheerd door een triade die bestaat uit de Israëlische bezettingsmacht, internationale donors en de Palestijnse autoriteit. Israël is niet alleen aanwezig via de zogezegde ‘Civil Administration’ (die in feite een strikt militair bestuur is) maar ook door haar bezettingsleger die deze Palestijnse ‘Autoriteit’ aan banden legt en haar bijvoorbeeld het beheer ontzegt over essentiële elementen als land- en waterbeheer.
Meer nog, op basis van diezelfde Oslo-akkoorden controleert Israël meer dan 60 procent van de inkomsten van de PA, voornamelijk via het feit dat Israël de meeste belasting heft in het gebied en die pas doorstort naar de PA, als die zich volgens Israëlische normen gedraagt, dit wil zeggen, als de PA niet de minste vorm van verzet pleegt.
De PA heeft toch een eigen troepenmacht? Die voldoet zeker niet aan onze definitie, die het had over een geweldsmonopolie, integendeel. ‘President’ Mahmoed Abbas kreeg wel een soort legermacht, maar deze ‘veiligheidstroepen’ worden opgeleid, gecontroleerd en gefinancierd door de VS.
Ze werken samen met het Israëlische leger en de Israëlische geheime dienst Shin Beth, wat de Palestijnse academicus en voormalig lid van het Israëlisch Parlement, Azmi Bishara de uitspraak ontlokte: ‘Vroeger zouden we dat collaborateurs hebben genoemd, nu moeten wij ze onze vertegenwoordigers noemen”. Over de corruptie binnen de PA zullen we het niet hebben. Corruptie is immers geen norm om al dan niet een staat te erkennen.
Erkenning van de Staat Palestina is momenteel enkel een erkenning van de status quo.
Deze ‘staat’ wil men dus erkennen. Waarom? Om de fictie van de ‘Twee-Staten-Oplossing’, waarop sinds de vredesakkoorden van Oslo (1993) het zogezegde Vredesproces steunt, te kunnen volhouden. Dat proces is dus nu al 22 jaar aan de gang, met als enig resultaat verdere verloedering van de Palestijnse ‘Autoriteit’ en een doorgedreven kolonisering, zowel qua aantal kolonisten als qua grondroof ten koste van de Palestijnen.
Niet te vergeten het gaat om ‘Twee Staten’, dit houdt eigenlijk in dat men Israël wil laten zoals het nu is: een staat ontstaan uit kolonisatie en discriminatie van de oorspronkelijke Palestijnse bevolking, die nog altijd verder koloniseert en discrimineert binnen zijn grenzen van voor 1967 [2]. Zo is 93 procent van het land binnen de staat Israël eigendom “van heel het joodse volk” en krijgen de Palestijnse Israëli’s (20 procent van de bevolking) daar geen toegang toe.
Het geval Galilea
Ik illustreer dit aan de hand van het concrete voorbeeld vanTamra, een stad gelegen aan de baai van Haifa en Akka (in het noordoosten van Israël, zie kaart). Toen ik er voor het eerst kwam in 1973 telde het zo’n 10.000 inwoners, nu zijn dat er 30.000, louter Palestijnen. De kleine helft hiervan is afkomstig uit dorpen die in 1948 door Israël werden verwoest. Zij zijn dus interne vluchtelingen. Hoe ziet het plaatselijke landbeheer eruit?
Tamra ligt in de heuvels van Galilea, een gebied waar 80 procent van de inwoners nog Palestijns is. Het is tevens een gebied dat Israël al sinds de stichting van de joodse staat in 1948 wil verjoodsen. Daarom werden er op het grondgebied van Tamra en omliggende (verwoeste) Arabische dorpen zeven nederzettingen, eigenlijk ‘interne kolonies’ opgericht, zogenaamde ‘mizpe’ (uitkijkposten):
- Segev (gesticht in 1957, nu 1.100 inwoners)
- Koranit (1978, 655 inwoners)
- Shekhanya (1980, 637 inwoners)
- Manof (1980, 687 inwoners)
- Rakefet (1981, 761 inwoners)
- Moreshet (1996, 1.200 inwoners)
- Mizpe Aviv (1981, 700 inwoners)
Dit komt neer op een totaal van ongeveer zesduizend joodse kolonisten die van op hun heuveltoppen de Palestijnse stad Tamra domineren. Mizpe Aviv ligt het dichtst bij de stad Tamra. De oorspronkelijke eigenaars van de gronden in deze nederzettingen zijn er niet welkom. In november 2009 besliste Mizpe Aviv dat men alleen in hun dorp kan komen wonen als men ‘de Joodse en Zionistische waarden’ onderschrijft.
Al deze nederzettingen zijn gegroepeerd in een Regional Council, waar de stad Tamra (zie luchtfoto) geen lid van is. Die Council, met in het totaal 15.000 inwoners (er zijn ook kolonies lid van die iets verder van Tamra liggen) kreeg 200 km² land toegewezen. Tamra behield slechts 29 km² van zijn oorspronkelijk grondgebied. Met de helft minder inwoners, kreeg de joodse bevolking dus zeven maal meer land toegewezen – land, niet te vergeten, dat illegaal werd onteigend van Arabische dorpen.
Nog dit detail. De straatverlichting in deze zeven ‘mizpe’ heeft een andere kleur dan die van Tamra: wit tegenover geel. Dat is om als het erop aankomt vanuit de lucht duidelijk te kunnen zien wie men aanvalt: joodse of Palestijnse ‘staatsburgers’.

Tijdens de recentste aanval van Israël op de bevolking van Gaza manifesteerden er meer Palestijnen in de Israëlische Galilea dan in Ramallah, hoofdstad van de Palestijnse ‘Autoriteit’, in de bezette gebieden.
We mogen dus zeker niet vergeten dat de logische tegenhanger van de erkenning van een Palestijnse staat inhoudt dat men dus ook die andere staat, Israël laat voor wat zij is, een etnisch-discriminerende joodse staat.
De Heilige Geest heeft blijkbaar zijn werk niet echt gedaan en Europa volgt niet de ster van Bethlehem maar die van David.
[1] De Palestijnse bevolking in de sinds 1967 bezette gebieden bedraagt nu 4 miljoen
[2] Dit wordt in hoofdzaak gedaan door uit Oost-Europa afkomstige jiddischtalige joden. De meeste politieke leiders van Israël hebben hun roots nog altijd in Polen, Oekraïne en de rest van wat men ooit ‘Jiddisch Land’ noemde. Dat merk je niet meer zo direct omdat de staat Israël in de jaren 1950 een verordening afkondigde die stelde dat alle staatsambtenaren verplicht hun familienaam moesten verhebreeuwsen. Zo heette Tzipi Livni oorspronkelijk Benozovitsj, Shimon Peres was Persky, Ariel Sharon was Schönerman; Netanyahu was Mileikowsky etc…
(Source / 01.10.2015)
One thought on “Palestijnse Staat nu erkennen is verankeren van status-quo”